Naast een emmer met het opschrift 'frituurvet vloeibaar' is een witte emmer ingegraven. Aan de binnen- en buitenkant van het scherm dat rondom deze poel is opgetrokken, zijn nog 29 van die emmers ingegraven.
Deze twee mannen doen als vrijwilliger mee aan een monitoringsprogramma in het Tilburgse natuurgebied de Kaaistoep. Links Ron Felix, rechts zijn broer Sven.
Het diertje dat Ron met zijn wijsvinger aanraakt is een knoflookpad. Een beschermde soort die alleen in het oosten en zuiden van ons land voorkomt; de IJssel en de Maas zijn ze nog niet overgestoken.
Knoflookpadden trekken er na hun winterslaap op uit om voor nageslacht te zorgen. Daarvoor gaan ze op zoek naar visvrij en niet-stromend water. Daten doen ze via geluiden die ze onderwater met elkaar uitwisselen. De vrouwtjes produceren lange bevruchte slierten eitjes die onder het wateroppervlak aan begroeiing wordt vastgemaakt.
Deze poel in een zanderige bodem is een ideale plek daarvoor. In het voorjaar is het hier vooral ‘s nachts een komen en gaan. Zowel op de heen- als op de terugweg naar hun uitgaansgebied stuiten de knoflookpadden op het scherm en kunnen alleen links- of rechtsaf. Dan komen ze vanzelf in zo’n witte emmer terecht.
Op deze zondagochtend in maart worden ze een voor een uit de ingegraven emmer getild. Als werkblad voor dit geïmproviseerd consultatiebureautje wordt het deksel van een frituurvetemmer gebruikt.
Heel lang zitten ze niet de val, in de paartijd komen iedere dag vrijwilligers al vroeg in de ochtend monitoren. Alle dieren krijgen hun vrijheid terug.
Wanneer Sven een knoflookpad op het digitale weegschaaltje plaatst, houdt Ron zijn telefoon er zo recht mogelijk boven en zegt: ‘Een redelijk dikke vrouw…vol met eitjes…vijfentwintig-één’. Hij maakt een foto. Sven noteert het gewicht aan grammen.
Daarna laat Ron de pad in een rond plastic bakje met water glijden. Met zijn wijsvinger duwt hij haar onder en probeert voordat ze beweegt gauw nog een foto te maken.
Onder water is de unieke rugtekening van ieder exemplaar beter te zien. De foto’s worden gebruikt om elk individu via foto-herkenning te identificeren. Op die manier kan worden nagegaan welke padden jaarlijks terugkeren.
Al 25 jaar wordt door vrijwilligers op dit voormalige waterwingebied alles wat leeft in kaart gebracht. De Kaaistoep staat dan ook bekend als het best onderzochte stuk natuur in Nederland.
Simpelweg tellen en meten is meestal de enige manier om zicht te houden op ontwikkelingen in de natuur, de datareeksen die dat oplevert zijn daarbij van cruciaal belang.
Maar dat twee broers uit liefde en bezorgdheid voor die natuur op een zondagmorgen knoflookpadden op een weegschaaltje zetten, daarover vertellen die cijfers ons niets.