Door met een sterke zaklamp van onder in de kast te schijnen kun je de dieren zien.
Even later richt Jos Marcelissen, voormalig coördinator van het Meldingsnetwerk Vleermuizen Noord-Brabant, zijn telelens op de spleetvormige opening onder in de kast.
De rol van de zaklamp wordt nu door het flitsapparaat op zijn camera overgenomen, anders zou er in de duisternis op zijn foto’s geen vleermuis te bekennen zijn.
De bewoner van de kast blijkt een dwergvleermuis te zijn, een veelvoorkomende soort. Ze eten zo’n 1000 insecten per nacht en zijn belangrijk voor ecosystemen.
Deze van oorsprong rots-bewoners kwamen hiernaartoe vanaf de tijd dat wij huizen gingen bouwen. Voor dwergvleermuizen is er weinig verschil tussen een rots en een huis.
Een tekort aan woonruimte is er ook voor deze inwoners van ons land.
Door sloop van oude panden en isolatie van woningen zijn veel rustplaatsen in spouwmuren verdwenen. In de Omgevingswet worden om die reden natuurinclusieve maatregelen voor vleermuizen aanbevolen bij nieuwbouw.
Al metend en monitorend proberen wij grip te krijgen op voor de natuur schadelijke ontwikkelingen, die wij meestal zelf veroorzaken.
Bij de vraag hoe we die ontwikkelingen kunnen voorkomen stuiten we regelmatig op dilemma’s, ook in de bossen van Oisterwijk.
Marcelissen ‘Er staan hier nogal wat Amerikaanse eiken en dat zijn exoten. Ze werden in de negentiende eeuw als sierbomen naar Europa gebracht. Het credo van de natuurbeweging, zeg ik even heel erg breed, is: exoten het land uit. Maar weet je waar sommige vleermuizensoorten het liefst in zitten? In holtes van Amerikaanse eiken! Als we die Amerikaanse eiken opruimen, verliezen we heel veel vleermuisverblijven.’
Gelukkig laat Natuurmonumenten in de bossen bij Oisterwijk de Amerikaanse eiken met zo’n holte erin met rust. Maar de rest niet, om te voorkomen dat ze het gebied gaan overheersen worden ze gekapt.
Ook bij sloop van gebouwen verdwijnen vaak rustplaatsen voor vleermuizen. Om voor vervangende woonruimte te zorgen worden dit soort kasten opgehangen ter compensatie. Niet alleen hier, ook op veel andere plekken in ons land.
Bij het verlenen van vergunningen is het ophangen van kasten een verplichte voorwaarde in het kader van de Wet Natuurbescherming. Daarbij hoort een monitoringsplicht, soms tijdelijk en soms langdurig.
Maar Jos Marcelissen heeft daar een kanttekening bij: ‘De monitoringsplicht wordt lang niet altijd uitgevoerd. En als maatregelen niet worden gemonitord, dan weet niemand wat het effect is.’
Namens onze vaderlandse vleermuizen leg ik de bevoegde autoriteiten dan ook de vraag voor: wordt er wel gemonitord of er wordt gemonitord?